Preek - Daniël 2 - MACHTELOOS?

Inleiding

Vandaag gaan we het hebben over iets dat helemaal niet leuk is:

het gevoel ergens machteloos tegenover te staan.

Je kent dat gevoel vast wel.

Ik voel me bijvoorbeeld machteloos

als ik verhalen hoor over hoe vluchtelingen moeten overleven

in smerige tentenkampen aan de randen van Europa.

Het leven is daar gewoon een hel.

Mede mogelijk gemaakt door ons fantastische Europa.

Dan schaam ik me dat ik een Europeaan ben.

En dan voel ik me zo machteloos,

want wat kan ik daar nu aan veranderen?

Ik kan stemmen op een partij die vluchtelingen wel als mensen wil zien,

en ik kan wat geld overmaken naar organisaties

die proberen het overleven daar iets draaglijker te maken,

maar die kampen bestaan al bijna 10 jaar, en er verandert niets.

Dan voel ik me machteloos.

 

Ik kan veel meer voorbeelden geven,

maar laten we het eens samen proberen:

wanneer voel jij je machteloos?

Wie wil daar iets over zeggen?

 

Volgens mij voelt iedereen zich machteloos.

Of het nu gaat om grote wereldproblemen zoals oorlogen en het klimaat,

of over dingen die je heel direct raken,

zoals de zoveelste verhoging van de huur en de zorgpremie,

terwijl de boodschappen ook niet goedkoper zijn geworden,

en je niet meer weet waar je het nog vandaan moet halen.

 

Twee weken geleden, in de Oostzijderkerk,

zijn we begonnen met het verhaal van Daniël.

Vandaag gaan we daarmee verder.

Het is een verhaal van machteloosheid,

maar ook van wat hoop geeft als je machteloos bent,

en hoe je met je machteloosheid kunt omgaan.

Omdat het een nogal lang bijbelhoofdstuk is,

lezen we verspreid over de preek verschillende fragmenten uit het verhaal.

 

1.    In Babylonië

Maar laten we eerst even kijken naar wat hiervoor gebeurde.

We stappen in de tijdmachine en arriveren rond het jaar 600 voor Christus.

Nebukadnessar, koning van Babylonië, is de grote baas van de wereld.

En hij wil altijd meer.

Meer geld, meer land, meer macht, meer vrouwen en meer chocola.

Nee, die laatste verzin ik erbij.

Hij heeft zijn zinnen op Israël gezet,

en daarmee is het afgelopen voor Israël, of eigenlijk Juda, als zelfstandige natie.

Het eerste wat hij doet als hij Jeruzalem heeft ingenomen

is de Joodse elite deporteren naar Babylonië.

Onder hen zijn 4 jongens die in het verhaal van vandaag een jaar of 15/16 zullen zijn:

Daniël en zijn vrienden.

 

Moet je eens voorstellen hoe machteloos zij zich voelen.

Je groeit op in de betere kringen van Jeruzalem,

maar dat is bepaald geen feestje:

nog meer dan Jan Modaal, of Henk en Ingrid,

krijg je mee hoe dreigend de situatie in de wereld is.

Tot die maffe Oosterse koning het land binnenvalt,

en je afvoert naar een plek waar je niet wilt zijn.

Daar aangekomen blijkt hij een heropvoedingstraject voor je te hebben bedacht,

en protesteren heeft geen enkele zin.

Dit is niet het leven waar jij op hoopte,

niet de wereld waar jij in wilt leven,

maar je staat er volstrekt machteloos tegenover.

 

2.    Machteloos?

Koning Nebukadnessar daarentegen geniet volop van de macht.

Tot hij een droom krijgt, waarin hij zijn grootste angst werkelijkheid ziet worden.

We lezen Daniël 2:1-12.

 

Dat is dus Nebukadnessar.

Een typische dictator die de touwtjes stevig in handen heeft.

Hij alleen heeft alle macht, en dat laat hij zich niet afpakken.

Niemand gaat tegen hem in, tenminste, als je nog even door wilt leven.

Want macht doet rare dingen met mensen.

Als je macht hebt, kun je alles maken, hoef je je niets aan te trekken van anderen,

moeten anderen zich maar voegen in jouw grillen.

Dat is niet iets van vroeger –

alleen al van de afgelopen jaren liggen de voorbeelden voor het oprapen.

Ministers en tv-persoonlijkheden die stampen en schreeuwen,

er met de zweep overheen gaan, hun ondergeschikten angst aanjagen,

zodat alles op hun manier gebeurt.

Onder het mom van dat als je iets wilt bereiken, je stevig leiding moet geven.

Zo iemand is Nebukadnessar: totaal onredelijk in wat hij vraagt,

en als het iemand het waagt hem tegen te spreken,

reageert hij met waanzinnige maatregelen.

 

Als gewone burger begin je daar niets tegen.

Zelfs als je een mooie positie hebt,

je een carrière hebt gemaakt als adviseur van de koning,

aan wie de koning een groot deel van zijn macht te danken heeft,

zelfs dan heb je je te voegen in de grillen van de koning.

Als de koning wil dat jij vertelt wat hij heeft gedroomd,

dan sta je net zo machteloos als ieder ander.

Ook Daniël en zijn vrienden zijn onderdeel van dat systeem.

Ze horen over de woedeuitbarsting van de koning,

en realiseren zich dat ze, alweer, gevaar lopen.

 

Wat doe je in zo’n situatie?

Als je opgesloten zit in een systeem, en daar machteloos naar staat te kijken?

Als je je zorgen maakt over in wat voor wereld jij leeft,

om het nog maar niet te hebben

over de wereld waarin je kinderen of kleinkinderen opgroeien.

Komt het ooit nog goed?

 

Wat Daniël doet? Bidden!

En dan krijgt hij een visioen.

We lezen: Daniël 2:19-23 en 36-45.

 

Daar wordt Nebukadnessar mooi op zijn plek gezet!

Voor Daniël naar de koning gaat, dank hij God:

‘geprezen zij de naam van God (…)

hij zet koningen af en stelt koningen aan.’

Want voor Daniël, en voor iedereen die machteloos staat,

is de droom van de koning geen nachtmerrie,

maar nieuws vol hoop: Gód heeft alle macht.

 

En met die boodschap gaat hij naar de koning.

Daniël vertelt dat God hem heeft laten zien wat de koning gedroomd heeft

-dat stuk hebben we overgeslagen-

en legt het vervolgens uit.

Je moet het maar durven, tegen de machtigste man op aarde,

die verslingerd is geraakt aan de macht:

‘u kunt wel denken dat u de koning der koningen bent,

maar vergeet niet dat God u het koningschap gegeven heeft.’

God staat boven koningen, boven al die systemen,

waar wij machteloos staan toe te kijken.

Trouwens, dat betekent niet dat je geen kritiek mag hebben

op koningen, op leiders, op systemen,

en dat je daar niet in opstand tegen zou mogen komen,

omdat God die leiders nu eenmaal gegeven heeft.

Het betekent dat alle macht die leiders hebben

macht is die hen door God gegeven is,

en dus nooit absolute macht is.

 

Alleen Gód heeft absolute macht – maar gebruikt dat wel op zijn manier.

In de droom van Nebukadnessar is Gods macht een simpele steen,

ruis op achtergrond van het prachtige blingbling-beeld.

Later in de bijbel vergelijkt Jezus zich ook met een steen,

hij betrekt een tekst uit Psalm 118 op zichzelf:

‘de steen die de bouwers afkeurden, is een hoeksteen geworden.’

Dat is de stijl van God: geen ontzag afdwingen en angst inboezemen,

maar bij ons komen in een misvormde steen,

in iets onschuldigs als een lachende baby.

Maar wat een ontwapenende kracht zit daarin!

Jezus gaf zijn macht op om te dienen, en werd zo de invloedrijkste mens ooit.

Zijn rijk is langzaam aan het groeien, van steen tot berg,

en Jezus nodigt je uit van die beweging deel te zijn,

je vertrouwen niet te stellen op leiders, maar op God.

 

En tegelijk blijf je onderdeel van dat systeem waar je zo machteloos bent.

Daniël kan wel weten dat Nebukadnessar ook maar een voorbijganger is

en dat God alle macht heeft,

maar intussen zit hij wel met Nebukadnessar.

Laten we lezen wat er gebeurt als Daniël de droom heeft uitgelegd: Daniël 2:46-49.

 

Wat ik hier van Daniël leer, is dat als je op God vertrouwt,

je je tegelijk mag inzetten voor een wereld

die niet de wereld is waar jij in wilt leven.

Volgens mij zijn er 2 natuurlijke reacties op machteloosheid: vechten en vluchten.

Je kunt gaan vechten, als een pitbull waken over waar je nog wel macht over hebt.

Ik kwam er laatst op Facebook een sterk staaltje van tegen –

sowieso haalt social media vaak het beste uit mensen naar boven. Not!

‘Ik maak mij kwaad over het verhogen van de ziekenfonds premie, niet over dat tientje maar dat ouderen de schuld krijgen van dat de premies omhoog gaan. Wees gvd eerlijk en noem de toename van de zogenaamde asielzoekers die met honderden per dag de grens over wandelen.’

Werd gevolgd door een kotsende smiley…

Je voelt je machteloos tegen het systeem, en dat snap ik,

maar vervolgens wordt je een klein machthebbertje

dat andere machteloze mensen, asielzoekers, gaat tiranniseren.

 

De andere reactie is vluchten:

je wilt er gewoon niets meer mee te maken hebben.

Je trekt je terug in je eigen wereldje,

en houdt je verre van alles wat met het systeem te maken heeft.

 

Maar van Daniël leer ik iets anders.

In die wereld waar Daniël in feite machteloos is,

neemt hij toch zijn positie in, ook al kan hij weinig veranderen.

Het is niet zo dat door zijn invloed Nebukadnessar opeens gaat geloven,

die geeft er juist blijk van er weinig van te snappen,

of dat het Babylonische rijk door Daniël wat vriendelijker wordt.

Maar toch neemt Daniël een hoge positie in.

Dat lijkt mij een krachtig argument tegen de gedachte

dat je je als christen zo ver mogelijk van de macht moet houden,

omdat je daar alleen maar in verstrikt raakt en je eigenheid kwijt raakt.

Er zijn van die bedrijven die de laatste tijd behoorlijk onder vuur liggen,

zoals Shell, Chemours en Tata Steel.

Dan zou je kunnen zeggen: daar moet je als christen maar niet werken,

want dan wordt je nog mede verantwoordelijk voor alle ellende ook.

Toch is dat precies wat Daniël doet!

Wat gun ik zulke bedrijven christenen die hun plek innemen!

Wat gun ik de wereld christenen die zich,

ondanks hun  machteloosheid,

ondanks dat dit niet de wereld is waar jij voor leeft,

zich toch willen geven voor die wereld,

zoals Jezus zich aan die wereld gaf.

Want midden in welk rijk dan ook, hoe machteloos je ook bent,

kun je ambassadeur zijn van dat rijk van dat kleine steentje.

 

3.    Een verschil

Ik voel me vaak machteloos.

Ik kan deze wereld niet veranderen –

dat kan God alleen, en God zij dank is hij daarmee bezig!

Daarom hoef ik niet te vechten of te vluchten.

Het systeem kan ik niet veranderen,

maar ik kan wel, door mee te doen, een klein positief verschil maken.

 

Daar wil ik je toe uitdagen:

doe mee, en maak deze week, met jouw ‘macht’, met wat jij kunt,

een positief verschil voor een ander.

Misschien is dat heel klein, als een steentje,

maar als we dat allemaal doen, breidt het zich uit als een olievlek,

en wordt het steentje een berg.

Amen.

Daniël 2 - MACHTELOOS?

Inleiding

Vandaag gaan we het hebben over iets dat helemaal niet leuk is:

het gevoel ergens machteloos tegenover te staan.

Je kent dat gevoel vast wel.

Ik voel me bijvoorbeeld machteloos

als ik verhalen hoor over hoe vluchtelingen moeten overleven

in smerige tentenkampen aan de randen van Europa.

Het leven is daar gewoon een hel.

Mede mogelijk gemaakt door ons fantastische Europa.

Dan schaam ik me dat ik een Europeaan ben.

En dan voel ik me zo machteloos,

want wat kan ik daar nu aan veranderen?

Ik kan stemmen op een partij die vluchtelingen wel als mensen wil zien,

en ik kan wat geld overmaken naar organisaties

die proberen het overleven daar iets draaglijker te maken,

maar die kampen bestaan al bijna 10 jaar, en er verandert niets.

Dan voel ik me machteloos.

 

Ik kan veel meer voorbeelden geven,

maar laten we het eens samen proberen:

wanneer voel jij je machteloos?

Wie wil daar iets over zeggen?

 

Volgens mij voelt iedereen zich machteloos.

Of het nu gaat om grote wereldproblemen zoals oorlogen en het klimaat,

of over dingen die je heel direct raken,

zoals de zoveelste verhoging van de huur en de zorgpremie,

terwijl de boodschappen ook niet goedkoper zijn geworden,

en je niet meer weet waar je het nog vandaan moet halen.

 

Twee weken geleden, in de Oostzijderkerk,

zijn we begonnen met het verhaal van Daniël.

Vandaag gaan we daarmee verder.

Het is een verhaal van machteloosheid,

maar ook van wat hoop geeft als je machteloos bent,

en hoe je met je machteloosheid kunt omgaan.

Omdat het een nogal lang bijbelhoofdstuk is,

lezen we verspreid over de preek verschillende fragmenten uit het verhaal.

 

1.    In Babylonië

Maar laten we eerst even kijken naar wat hiervoor gebeurde.

We stappen in de tijdmachine en arriveren rond het jaar 600 voor Christus.

Nebukadnessar, koning van Babylonië, is de grote baas van de wereld.

En hij wil altijd meer.

Meer geld, meer land, meer macht, meer vrouwen en meer chocola.

Nee, die laatste verzin ik erbij.

Hij heeft zijn zinnen op Israël gezet,

en daarmee is het afgelopen voor Israël, of eigenlijk Juda, als zelfstandige natie.

Het eerste wat hij doet als hij Jeruzalem heeft ingenomen

is de Joodse elite deporteren naar Babylonië.

Onder hen zijn 4 jongens die in het verhaal van vandaag een jaar of 15/16 zullen zijn:

Daniël en zijn vrienden.

 

Moet je eens voorstellen hoe machteloos zij zich voelen.

Je groeit op in de betere kringen van Jeruzalem,

maar dat is bepaald geen feestje:

nog meer dan Jan Modaal, of Henk en Ingrid,

krijg je mee hoe dreigend de situatie in de wereld is.

Tot die maffe Oosterse koning het land binnenvalt,

en je afvoert naar een plek waar je niet wilt zijn.

Daar aangekomen blijkt hij een heropvoedingstraject voor je te hebben bedacht,

en protesteren heeft geen enkele zin.

Dit is niet het leven waar jij op hoopte,

niet de wereld waar jij in wilt leven,

maar je staat er volstrekt machteloos tegenover.

 

2.    Machteloos?

Koning Nebukadnessar daarentegen geniet volop van de macht.

Tot hij een droom krijgt, waarin hij zijn grootste angst werkelijkheid ziet worden.

We lezen Daniël 2:1-12.

 

Dat is dus Nebukadnessar.

Een typische dictator die de touwtjes stevig in handen heeft.

Hij alleen heeft alle macht, en dat laat hij zich niet afpakken.

Niemand gaat tegen hem in, tenminste, als je nog even door wilt leven.

Want macht doet rare dingen met mensen.

Als je macht hebt, kun je alles maken, hoef je je niets aan te trekken van anderen,

moeten anderen zich maar voegen in jouw grillen.

Dat is niet iets van vroeger –

alleen al van de afgelopen jaren liggen de voorbeelden voor het oprapen.

Ministers en tv-persoonlijkheden die stampen en schreeuwen,

er met de zweep overheen gaan, hun ondergeschikten angst aanjagen,

zodat alles op hun manier gebeurt.

Onder het mom van dat als je iets wilt bereiken, je stevig leiding moet geven.

Zo iemand is Nebukadnessar: totaal onredelijk in wat hij vraagt,

en als het iemand het waagt hem tegen te spreken,

reageert hij met waanzinnige maatregelen.

 

Als gewone burger begin je daar niets tegen.

Zelfs als je een mooie positie hebt,

je een carrière hebt gemaakt als adviseur van de koning,

aan wie de koning een groot deel van zijn macht te danken heeft,

zelfs dan heb je je te voegen in de grillen van de koning.

Als de koning wil dat jij vertelt wat hij heeft gedroomd,

dan sta je net zo machteloos als ieder ander.

Ook Daniël en zijn vrienden zijn onderdeel van dat systeem.

Ze horen over de woedeuitbarsting van de koning,

en realiseren zich dat ze, alweer, gevaar lopen.

 

Wat doe je in zo’n situatie?

Als je opgesloten zit in een systeem, en daar machteloos naar staat te kijken?

Als je je zorgen maakt over in wat voor wereld jij leeft,

om het nog maar niet te hebben

over de wereld waarin je kinderen of kleinkinderen opgroeien.

Komt het ooit nog goed?

 

Wat Daniël doet? Bidden!

En dan krijgt hij een visioen.

We lezen: Daniël 2:19-23 en 36-45.

 

Daar wordt Nebukadnessar mooi op zijn plek gezet!

Voor Daniël naar de koning gaat, dank hij God:

‘geprezen zij de naam van God (…)

hij zet koningen af en stelt koningen aan.’

Want voor Daniël, en voor iedereen die machteloos staat,

is de droom van de koning geen nachtmerrie,

maar nieuws vol hoop: Gód heeft alle macht.

 

En met die boodschap gaat hij naar de koning.

Daniël vertelt dat God hem heeft laten zien wat de koning gedroomd heeft

-dat stuk hebben we overgeslagen-

en legt het vervolgens uit.

Je moet het maar durven, tegen de machtigste man op aarde,

die verslingerd is geraakt aan de macht:

‘u kunt wel denken dat u de koning der koningen bent,

maar vergeet niet dat God u het koningschap gegeven heeft.’

God staat boven koningen, boven al die systemen,

waar wij machteloos staan toe te kijken.

Trouwens, dat betekent niet dat je geen kritiek mag hebben

op koningen, op leiders, op systemen,

en dat je daar niet in opstand tegen zou mogen komen,

omdat God die leiders nu eenmaal gegeven heeft.

Het betekent dat alle macht die leiders hebben

macht is die hen door God gegeven is,

en dus nooit absolute macht is.

 

Alleen Gód heeft absolute macht – maar gebruikt dat wel op zijn manier.

In de droom van Nebukadnessar is Gods macht een simpele steen,

ruis op achtergrond van het prachtige blingbling-beeld.

Later in de bijbel vergelijkt Jezus zich ook met een steen,

hij betrekt een tekst uit Psalm 118 op zichzelf:

‘de steen die de bouwers afkeurden, is een hoeksteen geworden.’

Dat is de stijl van God: geen ontzag afdwingen en angst inboezemen,

maar bij ons komen in een misvormde steen,

in iets onschuldigs als een lachende baby.

Maar wat een ontwapenende kracht zit daarin!

Jezus gaf zijn macht op om te dienen, en werd zo de invloedrijkste mens ooit.

Zijn rijk is langzaam aan het groeien, van steen tot berg,

en Jezus nodigt je uit van die beweging deel te zijn,

je vertrouwen niet te stellen op leiders, maar op God.

 

En tegelijk blijf je onderdeel van dat systeem waar je zo machteloos bent.

Daniël kan wel weten dat Nebukadnessar ook maar een voorbijganger is

en dat God alle macht heeft,

maar intussen zit hij wel met Nebukadnessar.

Laten we lezen wat er gebeurt als Daniël de droom heeft uitgelegd: Daniël 2:46-49.

 

Wat ik hier van Daniël leer, is dat als je op God vertrouwt,

je je tegelijk mag inzetten voor een wereld

die niet de wereld is waar jij in wilt leven.

Volgens mij zijn er 2 natuurlijke reacties op machteloosheid: vechten en vluchten.

Je kunt gaan vechten, als een pitbull waken over waar je nog wel macht over hebt.

Ik kwam er laatst op Facebook een sterk staaltje van tegen –

sowieso haalt social media vaak het beste uit mensen naar boven. Not!

‘Ik maak mij kwaad over het verhogen van de ziekenfonds premie, niet over dat tientje maar dat ouderen de schuld krijgen van dat de premies omhoog gaan. Wees gvd eerlijk en noem de toename van de zogenaamde asielzoekers die met honderden per dag de grens over wandelen.’

Werd gevolgd door een kotsende smiley…

Je voelt je machteloos tegen het systeem, en dat snap ik,

maar vervolgens wordt je een klein machthebbertje

dat andere machteloze mensen, asielzoekers, gaat tiranniseren.

 

De andere reactie is vluchten:

je wilt er gewoon niets meer mee te maken hebben.

Je trekt je terug in je eigen wereldje,

en houdt je verre van alles wat met het systeem te maken heeft.

 

Maar van Daniël leer ik iets anders.

In die wereld waar Daniël in feite machteloos is,

neemt hij toch zijn positie in, ook al kan hij weinig veranderen.

Het is niet zo dat door zijn invloed Nebukadnessar opeens gaat geloven,

die geeft er juist blijk van er weinig van te snappen,

of dat het Babylonische rijk door Daniël wat vriendelijker wordt.

Maar toch neemt Daniël een hoge positie in.

Dat lijkt mij een krachtig argument tegen de gedachte

dat je je als christen zo ver mogelijk van de macht moet houden,

omdat je daar alleen maar in verstrikt raakt en je eigenheid kwijt raakt.

Er zijn van die bedrijven die de laatste tijd behoorlijk onder vuur liggen,

zoals Shell, Chemours en Tata Steel.

Dan zou je kunnen zeggen: daar moet je als christen maar niet werken,

want dan wordt je nog mede verantwoordelijk voor alle ellende ook.

Toch is dat precies wat Daniël doet!

Wat gun ik zulke bedrijven christenen die hun plek innemen!

Wat gun ik de wereld christenen die zich,

ondanks hun  machteloosheid,

ondanks dat dit niet de wereld is waar jij voor leeft,

zich toch willen geven voor die wereld,

zoals Jezus zich aan die wereld gaf.

Want midden in welk rijk dan ook, hoe machteloos je ook bent,

kun je ambassadeur zijn van dat rijk van dat kleine steentje.

 

3.    Een verschil

Ik voel me vaak machteloos.

Ik kan deze wereld niet veranderen –

dat kan God alleen, en God zij dank is hij daarmee bezig!

Daarom hoef ik niet te vechten of te vluchten.

Het systeem kan ik niet veranderen,

maar ik kan wel, door mee te doen, een klein positief verschil maken.

 

Daar wil ik je toe uitdagen:

doe mee, en maak deze week, met jouw ‘macht’, met wat jij kunt,

een positief verschil voor een ander.

Misschien is dat heel klein, als een steentje,

maar als we dat allemaal doen, breidt het zich uit als een olievlek,

en wordt het steentje een berg.

Amen.